Zelden heeft een advertentie in een krant ons zo boos gekregen. De Rotterdamse VVD nodigt in het Parool Amsterdammers uit om naar Rotterdam te komen, omdat we hier zo auto-vriendelijk zijn. Dit als reactie op het plan van Groenlinks om de Amsterdamse binnenstad nog auto-luwer te maken. Die advertentie is een sterk staaltje geldverspilling van een fossiele partij die leeft in het verleden.
De Rotterdamse luchtkwaliteit is namelijk het slechtste van heel het land en naast dit onzichtbare leed is het ook slecht gesteld met de gezelligheid en de veiligheid van de binnenstad. Je kunt in Rotterdam geen 250 meter lopen, zonder dat je pad wordt doorkruist door een (drukke) autoweg. Van de verkeerschaos op het Kruisplein, tot het race-circuit Nieuwe Binnenweg – West Kruiskade, ’s Gravendijkwal, Blaak/Westblaak, stuk voor stuk veel te drukke autowegen die de leefbaarheid van de binnenstad doen kelderen.
De oorsprong van onze auto-vriendelijke stad is bekend. De na-oorlogse stadsplanologen gaven ruim baan aan de vooruitgang en de bijbehorende automobielen. Maar niets is onomkeerbaar, het is tijd voor actie en visie: alles voor een leefbare stad.
Als we kijken naar andere, vergelijkbare steden, dan zie je -zeker in de binnenstad- een secundaire rol voor de auto weggelegd. In Antwerpen heb je grote parkeerterreinen aan de rand van het centrum en verken je de rest met de benenwagen. In Utrecht-centrum kan je een uur wandelen zonder een auto tegen te komen, in Maastricht word je als automobilist aan de rand van het centrum de parkeergarage ingeleid. Stuk voor stuk florerende stadscentra, waar het prettig verblijven is. Als de consument zich veilig voelt zal hij meer tijd doorbrengen in het centrum en zijn beurs vaker trekken.
Tuurlijk, die terrasvlonders voor de horeca zijn een klein stapje in de goede richting, maar waar de stad meer bij gebaat is, zijn grote maatregelen. Investeer in het OV-netwerk, durf de Coolsingel auto-vrij te maken en maak van gestresste wegen eenrichtingsbanen. Zie de binnenstad als een woon-erf. Dertig kilometer per uur is echt hard genoeg voor een gebied waar volwassenen recreëren en kinderen fietsen.
Rotterdam gaat groeien de komende jaren. Er komen 30.000 bewoners in de stadsdriehoek bij, met name in een groot aantal nieuwe woontorens. Is Rotterdam voorbereid om deze nieuwe bewoners richting nieuwe vormen van mobiliteit te bewegen? In Amsterdam en Parijs laten binnenstadbewoners het wel uit hun hoofd om een auto te nemen. Ten eerste sta je jaren op een wachtlijst, ten tweede is het duur. Een Rotterdamse parkeervergunning kost 6 euro per maand.
Als de binnenstad minder makkelijk te bereiken is, zullen er ook minder automobilisten gebruik maken van de binnenstad. Gemeente, durf die grote keuzes te maken en leid ons naar het beloofde land van gezonde lucht en de binnenstad als City Lounge.
Om één en ander makkelijk te maken voor de beleidsmakers, hierbij een aantal wensen waar Rotterdam als citylounge bij gebaat is:
Een parkeervergunning is momenteel veels te goedkoop
De meeste straten snijden door de stad heen
De gemeente mag doortastender optreden bij verkeersonveilige straten en kruispunten.
Zaagmolenstraat is één grote ellende. Nieuwe Binnenweg dito. Witte de With straat ’s avonds ook. West Kruiskade hetzelfde.
De route van A naar B hoeft niet altijd nagenoeg hemelsbreed te zijn. Laat auto’s accepteren dat ze langer onderweg als ze zich in Rotterdam moeten bewegen.
In Parijs en andere grote binnensteden hebben mensen amper auto’s.
Durf keuzes te maken, refereer aan andere steden en volg je gevoel. Geschreven door: Raymond Landegent
Gepubliceerd op 2 oktober 2017 op Vers Beton: LINK Update december 2020: Er zijn afgelopen jaren enkele stappen in de goede richting gezet. Parkeervergunningen zijn duurder geworden, de Witte de With is auto-luwer gemaakt, de Zwart-Jan Straat kreeg dit jaar zowaar drempels en er zijn experimenten gedaan op Eendrachtsplein en Kruisplein. Plus de gemeente is inmiddels serieus aan het flirten met het idee van een 30-km zone binnen de bebouwde kom. Zie het AD voor meer info.